Willink was een Nederlandse kunstschilder die werkte in magisch realistische stijl. Hij hield zelf niet van deze term en noemde het liever imaginair realisme. In zijn schilderijen combineerde hij technische perfectie met fotorealisme en een extreem gevoel voor detail. Kenmerkend zijn de dreigende, donkere wolken die belangrijker lijken dan de voorstelling zelf. Ook de vreemde lichtval, de enorme diepte en zijn voorliefde voor klassieke architectuur zijn opvallend. Willink was vooral een veelgevraagd portretschilder.
Willink werkte in verschillende andere stijlen voor hij het magisch realisme ontdekte: het impressionisme van Vincent van Gogh, het expressionisme van George Grosz en Otto Dix, de collages van Kurt Schwitters, het constructivisme van Wassily Kandinsky, het kubisme, het futurisme en het neoclassicisme van Pablo Picasso. Omdat deze experimentele kunststromingen volgens hem niet tijdloos waren greep hij terug naar traditionele schildertechnieken waarmee hij een tijdloze en realistische schilderstijl ontwikkelde. De klassieke beeldhouwkunst en renaissance architectuur zouden hem blijvend inspireren, net als het werk van Giorgio de Chirico.
In tegenstelling tot de andere realistische schilders werkte Willink niet met een glaceertechniek, maar ontwikkelde hij een eigen stijl. Hij maakte eerst een schets met houtskool op papier, smeerde de achterkant van het papier in met houtskool, legde het papier op het doek en trok de contouren over op het schilderdoek. Daarna trok hij deze over met oost-indische inkt en bracht hij een imprimatuur van rauwe omber aan voor hij de onderschildering van tempera maakte. Hij beschilderde de lichte lagen van het werk met zinkwit, de donkere met omber. Hierdoor ontstond een schilderij dat volledig was opgebouwd uit bruine en witte tonen. Daarna begon hij aan de grijstinten die hij afdekte met een tussenvernis die de onderschildering niet aantastte. Hierna beschilderde hij het doek in verschillende flinterdunne olieverflagen die nat in nat werden geschilderd.