Saverys wordt beschouwd als een volgeling van de Vlaamse expressionistische kunstenaars. Hij is vooral bekend om zijn variaties op het Leielandschap en ontwikkelde al in de jaren 1920 een heel persoonlijke en expressieve schildersstijl. Toch behoorde hij niet echt tot de kunstenaars van de Latemse School. Zijn werk onderscheidde zich van de luministen en de expressionisten van zijn generatie. Uit zijn doeken straalt schildersvreugde met taferelen die vorm krijgen door spetterende kleuren.
Rond 1940 gebruikte Saverys een vormentaal van schijnbaar chaotische composities waarin hij een aan het kubisme ontleende ineenschuivende vlakverdeling toepaste.