Art deco (1920 - 1939)

Art deco ontstond als reactie op de ornamentiek van de art nouveau en werd gekenmerkt door een strakke eenvoudige vormgeving, geometrische patronen, vertikale lijnen en een beperkt kleurgebruik. Onder invloed van nieuwe uitvindingen werden ook nieuwe materialen als chroom, bakeliet, gepolijste steen en glas gebruikt. Hoewel verschillende stijlelementen uit de art deco al bestonden bij de Wiener Werkstätte en de Russische constructivisten, was art deco de eerste echt moderne stijl van de twintigste eeuw. In tegenstelling tot de art nouveau, die zich alleen op natuurlijke vormen richtte, ontleende art deco zijn stilistische kenmerken aan verschillende invloeden. 

De term art deco is afkomstig van de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes die in 1925 werd georganiseerd door de Franse kunstenaars Hector Guimard, Eugène Grasset, Raoul Lachenal, Paul Follot, Maurice Dufrene en Emile Decour. Het was de eerste tentoonstelling die artistieke vernieuwing als voorwaarde opnam. De art deco architectuur daarentegen werd beheerst door de Amerikanen. Wolkenkrabbers in Chicago en New York getuigen nog steeds van dit roemrijk verleden.

Bekende architecten uit deze periode zijn Robert Mallet-Stevens, Eileen Gray, Walter Gropius, Ludwig Mies van der Rohe, Adolf Loos, Frank Lloyd Wright, Le Corbusier en Pierre Jeanneret.

Art deco had een enorme invloed op de stromingen als het expressionisme, het kubisme, het modernisme en het functionalisme.