Het dadaïsme was een culturele beweging uit Zürich die in 1916 werd opgericht werd door Tristan Tzara, Hans Arp, Hugo Bal, Richard Hülsenbeck, Sophie Taüber, Otto van Rees en Marcel Janco. De kunstenaars waren ontgoocheld over het verloop van de oorlog en wilden met hun kunst de schijnheiligheid van de maatschappij aanklagen. Kenmerkend was het systematische negativisme in hun werk en het gebruik van collages en assemblages. De willekeurig gekozen naam Dada (Frans voor speelgoedpaardje) moet spottend geïnterpreteerd worden. Bretons Premier manifeste du Surréalisme (1924) betekende het einde van het dadaïstische anarchisme.
Hoewel de beweging maar kort heeft bestaan, was haar invloed heel groot. Het idee van de absolute artistieke vrijheid en de herwaardering van het irrationele leefde verder in het surrealisme en fluxus. De pop art nam de banale motieven en alledaagse materialen over en in de conceptuele kunst combineerde men woord en beeld.
De bekendste beeldende kunstenaars die tot de dadaïsten behoorden waren Hans Arp, Hugo Bal, Jean Crotti, Theo van Doesburg, Marcel Duchamp, Max Ernst, Raoul Hausmann, John Heartfield, Hannah Höch, Marcel Janco, Francis Picabia, Man Ray, Otto van Rees, Georges Ribemont-Dessaignes, Hans Richter, Kurt Schwitters, Sophie Taeuber-Arp.