Deze term slaat op enkele Berlijnse artiesten die in de jaren zeventig werkten in gelijkaardige stijl. Kenmerkend is de uiterst gedetailleerde realistische uitbeelding van fysische menselijke gebreken als amputaties, misvormingen en andere tekortkomingen. Hun confronterende fotografische stijl verwijst naar de brutaliteit, oppervlakkigheid, vervreemding en perversie van de hedendaagse maatschappij. Doordat de objecten en figuren zo gedetailleerd worden voorgesteld ondervindt de toeschouwer een sterk gevoel van afkeer en walging. Hij herkent bovendien niet onmiddellijk wat wordt weergegeven.
Deze kunstenaars werden sterk beïnvloed door het werk van expressionistische kunstenaars als Otto Dix en George Grosz. Tot hen behoren K. H. Hödicke, Markus Lüpertz, Koberling, Ulrich Baehr, Charles Diehl, Wolfgang Petrick en Peter Sorge.