Leonardo Da Vinci was de personificatie van het renaissaince-ideaal van uomo universale. Hij stond bekend als genie en was behalve architect, beeldhouwer, schrijver, schilder en componist ook uitvinder, ingenieur, filosoof, natuur- en scheikundige. Zijn leven wordt door Vasari beschreven in Vite (Levens). Zijn artistieke kwaliteiten stonden buiten kijf, maar toch was Da Vinci controversieel. Hij bestudeerde de menselijke anatomie van lijken en geologische verschijnselen. Zijn kennis legde hij vast in linkshandig spiegelschrift. Zijn notities voorzag hij vaak van gedetailleerde illustraties. De kunstenaar kreeg belangrijke opdrachten van de Kerk en stond zijn hele carrière onder bescherming van invloedrijke personen zoals de paus.
Als schilder was hij de grondlegger van het sfumato, een schildertechniek waarbij de kleuren geleidelijk in elkaar overgaan en de contouren vervagen. Slechts zeventien van zijn doeken zijn bewaard gebleven. Het grootste deel van zijn tekeningen wordt bewaard in de Koninklijke Collectie van het Windsor Castle in Engeland. Enkele van zijn meest bekende werken zijn de Mona Lisa, Het laatste avondmaal en Man van Vitruvius.