Schilderkunst

De schilderkunst is een vorm van beeldende kunst waarbij kleuren op een ondergrond aangebracht worden om het beeld te creëren. Eenvoudig bekeken bestaat een schilderij uit getekende contouren die werden ingekleurd. Moderne schilderkunst voldoet niet altijd meer aan deze omschrijving. Zo gebruiken abstracte kunstenaars kleur zonder tekening. We onderscheiden muurschilderkunst, glasschilderkunst, mozaïekschilderkunst, paneelschilderkunst en schilderkunst op doek, Het grote verschil tussen schilderkunst en andere kunstvormen is dat de pigmenten eerst in een vloeistof (olie, water) worden opgelost. Het beschilderde oppervlak is meestal een opgespannen doek maar kan ook van hout, papier, karton, steen, metaal of kunststof zijn. De meest gebruikte verfmaterialen zijn acryl, alkyd, aquarelgouache, olieverf en tempera. Een vrij nieuwe methode is de airbrush en de spuitbus (grafitti).

De rotsschilderijen in Lascaux (Frankrijk) en Altamira (Spanje) behoren tot de oudste vormen van schilderkunst. Deze rituele afbeeldingen van dieren zijn ongeveer 15.000 jaar oud. Egyptenaren versierden de graven van farao's en andere hooggeplaatste figuren met grafschilderingen. De schilderkunst in Mesopotamië, Kreta en Griekenland kennen we enkel van de afbeeldingen op vazen. Ook de Romeinen maakten grote muurschilderijen en mozaiëken. De ontwikkeling van het christendom en de ondergang van het Romeinse Rijk zorgde ervoor dat de schilderkunst een religieuze dimensie kreeg. In het eerste christelijke millenium speelden geïllustreerde kerkelijke manuscripten een belangrijke rol. Door de illustraties in die manuscripten kwam de schilderkunst tot bloei. De mozaiëk werd gebruikt in heel wat kerken. Een mooi voorbeeld is te vinden in de San Marco in Venetië.

Het romanisme betekende de definitieve breuk met de vroegchristelijke wereld van vormen en figuren. Geloof en religie gingen een steeds grotere rol spelen. De architecturale veranderingen in de gotiek (verticalisme, roosvensters) beïnvloedden tevens het kleurgebruik in de schilderkunst. Mooie voorbeelden zijn te vinden in de Saint Denis (1137) en Notre Dame in Parijs (1163) of de kathedraal van Chartres (1194). Een andere ontwikkeling is die van met houtsnijwerk en schilderijen versierde vleugelaltaren. Hoewel de gotische schilderkunst in het begin nog sterk onder invloed van de Byzantijnse kunst stond, bracht Giotto di Bondone daar verandering in. Zijn nieuwe stijl had verstrekkende gevolgen voor de ontwikkeling van de kunstgeschiedenis. Ook Jan van Eyck zou een grote invloed hebben op de ontwikkeling van de schilderkunst. Als één van de eersten maakte hij portretten op paneel, verfijnde hij de glaceertechniek en introduceerde het perspectief.

De renaissance betekende een grote stap in de ontwikkeling van de schilderkunst. Deze kunstenaars spiegelden zich aan de idealen van de oudheid en probeerden door middel van wetenschap de wereld te doorgronden. De kunst kwam op het zelfde niveau te staan als de wetenschap. De voorstelling was gebaseerd op observatie. MasaccioDa Vinci, Rafael  en Michelangelo waren de belangrijkste kunstenaars uit deze tijd. De belangrijkste vernieuwer in de Noordelijke schilderkunst was Albrecht Durer. De barok was de laatste overkoepelende kunststroming in de Europese kunst. Tijdens deze periode lag de klemtoon op de uitbeelding van de kerkelijke en wereldlijke macht. De belangrijkste kunstschilders waren Caravaggio, RembrandtRubens en Vermeer

Na de Franse Revolutie kende de schilderkunst geen stilistische eenheid meer en ontstonden veel aparte regionale kunststijlen. De romantiek en het classicisme waren de laatste stromingen die nog een grote invloed hadden op de schilderkunst. De ontwikkeling van het impressionisme was de start van een veelheid aan moderne schilderstijlen. Kunstenaars als Monet, Renoir, Pissarro en Degas gebruikten zuivere kleuren die ze met snelle penseelstreken op doek zetten. Het impressionisme stond aan de basis van het pointillisme van Seurat en het kubisme van Picasso en zou vernieuwende stromingen als het expressionisme, het fauvisme, het kubisme, de abstracte kunst en het surrealisme beïnvloeden. Nieuwe thema's, een nieuwe esthetiek en andere schildertechnieken waren een reactie op de moderne wereld.

Na de Tweede Wereldoorlog waren vooral de abstracte kunst (in Europa) en het abstracte expressionisme (in Amerika) de dominante schilderstijl. Pas met het ontstaan van de pop art zouden kunstenaars als Andy Warhol en Robert Rauschenberg opnieuw terugkeren naar de realiteit. In de jaren vijftig ontstonden ook stromingen die zich niet meer richtten op het onderwerp van het werk maar op de handelingen van het schilderen. De action painting van Pollock is de meest bekende. De ontwikkeling van nieuwe technologieën en de komst van de computer tijdens de jaren negentig creeërden nieuwe artistieke mogelijkheden waardoor de grens tussen fictie en realiteit vervaagde.